dinsdag 27 februari 2018

ZeliBy'ro

Wel,
Heb nog eens de tijd gevonden om in Oudenaarde aan de Schelde het mooie pand van de KABK te bezoeken en het daarin geherbergd [By’ro] desk for contemporary art cureert door Philippe Braem. die ik al lang ken en die altijd weet te verrassen en vernieuwen met zijn diverse initiatieven... Hoewel het By’ro niet echt op de grote kunstassen ligt, is het een van de beste redenen om een ommetoer in deze regio te maken ...

Ook deze keer was het de moeite: een jonge dame uit het Gentse die het verstaat de combinatie van het surreëel-ogend alledaagse met speelse lichtheid en understatement toch monumentale kwaliteiten te geven... ze speelt raak. Zeli Bauwens veroorzaakt met lichte shifts een andere ervaring die soms pas even met vertraging op gang komt. De methode aan zich is niet nieuw, maar de onpretentieuze manier en ontwapenend directheid brengen de wel gevonden scènes op een hoger plateau, waar de verdere mogelijkheden al in zicht kunnen komen... het gaat hier om een potentiaal welk aangeduid is en de verbeelding aanspreekt zoals men van een maquette mag verwachten, maar het spannende is juist het doenbare als bevlieging te portretteren.



















Om te beginnen met de Venus van Milo beneden aan de trap van de academie – ik geef toe ik ben er aan voorbijgelopen, terwijl de arme Venus in twee is gezaagd en haar torso horizontaal op haar bekken rust – een ingreep brutaler dan de schuiven van Dali, maar de plaatsing is zo verborgen in volle zicht dat het weer een verrassing teweeg brengt...  Zeli Bouwens verplaatste deze en andere klassieke bustes van de academie rond het oud kloostercomplex en maakte een intrigerende fotoreportage van haar vondsten... bij welke echt geslaagde momenten, maar ook in het geheel een curieuze oefening waarbij men de dwaaltocht goed kan volgen en inleiding geeft tot de geest en geestigheid van de kunstenaar. Naast grote foto met een afbeelding van een leuk kruiwagen-waterfontein aan de ingang is de bureauruimte strak ingedeeld met identieke sokkels en daarop telkens een mogelijk model voor verdere uitwerking, of, in sommige gevallen afgeronde stukken. De wisselwerking tussen maquette, oefening, model, probeersel, try-out en voltooid werk op kleine schaal maakt het geheel veel complexer dan de opstelling doet vermoeden. Gelijkaardig in schaal zijn de ensembles ofwel monumentaal of juist diminutief – het gebruik van speelgoedfiguren en objecten geven de anders didactisch ogende maquettes een speels karakter... een verademing in het anders serieus te betrachten voorstel... want tal van scènes zijn uiteraard naar het architecturale vertaalbaar, en zodanig zeker kandidaat voor menig internationale buitenluchttentoonstelling... 


Sommige spreken zelfs het theatrale aan – aan de ene kant in “on purpose” een perfecte statische sculptuur van een met aarde overhoopte bagger, maar extrapoleert naar een schaal van 1:1 rijst de vraag hoe dan en met hoeveel baggers men een zulk werk zou moeten realiseren, tot en met een fantasie van een heus bagger-ballett waarbij de baggeraars snorkels zouden moeten dragen om niet te stikken... Het is juist dit soort weggelopen inspiratie die door stukken worden aangemoedigd, en dus zo veel meer zijn dan alleen maar een leuk ‘trouvaille’. De balans is precair; niet alle stukken zijn even geslaagd, niet alles laat zich zomaar overnemen, wat ook niet hoeft, want sommige zouden bij een schaalvergroting niets bijwinnen... er zijn stukken waar dat ook helemaal naast de kwestie is “birthdaycake” bij voorbeeld, is alleen aanwezig door suggestie: de vorm, de gebruikte lucifers... een verbluffend ‘niets’ – geen taart in zicht. En dan zijn er nog helemaal verbluffende curiositeiten van meer persoonlijke aard…





Over het algemeen een inspirerende en lichtjes bevreemdende aanbieding van mogelijke stukken... meer dan de moeite waard en ik ben zeker dat wij van deze kunstenaar nog heel wat gaan zien in de nabije toekomst...

Zeli Bauwens “all things grow”
 in [By’ro] desk for contemporary art, 

in het KABK Oudenaarde, Maagdendale 31, 9700 Oudenaarde 

zaterdag 3 februari 2018

NICC 20 in '18

Eventjes terug van weggeweest, de tentoonstelling 20 jaar NICC deed mij eventjes een nostalgische oprisping overlopen... ook als marginaal betrokkene heeft het toch heel wat invloed gehad op mijn activiteiten over de jaren. Beginnend bij de bezetting van het ICC op de Meir – wij (twee kompanen en mezelf) waren te vroeg en spookten rond in het gebouw alvorens de verzamelde bezetters op de Wapper beneden door het raam vanuit de spiegelzaal te zien... dus iets te vroeg en enthousiast (een van ons had proviand mee voor alvast twee dagen blokkade...) In de volgende weken waren wij dikwijls aanwezig en volgden de verschillende discussies en afspraken... Mij persoonlijk beviel het niet dat het pand niet kon weerhouden worden en vertrouwde de beloftes maar half...













Vercammen & Lambrecht, twee kompanen tijdens de bezetting die spijtig niet meer bij ons zijn


Maar soit, het beste van maken was de boodschap. De voorbereidende vergaderingen lieten al menig barst in de verenigde kunstenaarsfront zien, en de tendens het allemaal wat groot aan te pakken begrijpelijk maar een beetje riskant... Tegen dat de vzw er was en het eerste grote project van stapel liep had ik mij al weer wat in de achtergrond als observateur opgesteld – ook al was ik bij de eerste om mij in de nieuwe vzw in te schrijven... (ietwat gepikeerd dat een unitaire structuur niet direct mogelijk was).

Het eerste thuis in de Porbusstraat vond ik maar een magere compensatie voor het prachtige paleis in ’t stad... maar er werd toch heel wat gediscuteerd en gepresenteerd, dus: looking good...
Maar ja, money doesn’t ever go all the way, en naar een tijd bleef er nog een klein bureau over, wel met hardwerkende medewerkers die mede de sociaal statuut uithamerden... om het dan in afstemming met andere cultuursectoren en verwerking in de molen van officiële instanties te zien afkalven en afschuren tot er een soort ongevaarlijke versie tot stand kwam die ook geratificeerd kon worden, maar welke voor de kleine hongerkunstenaar dan toch niet al te veel meer betekende... intussen was er wat meer ruimte gecreëerd, (schuin tegenover) vooral bureau maar stilaan weer wat plaats voor presentaties... de verschillende eigen vzw’s en afdelingen deden het intussen ook beter en gedeeltelijk kon man wel van een nationaal overkoepelende kunstenorganisatie spreken... samen met nog wat initiatieven die allemaal ingeschreven waren in de institutionaliseerde rat-race naar de professionalisering van het veld (diametraal ingestraald, weet je wel)... er waren heel wal belangenbehartigers op de kar gesprongen.

Brussel droeg dan een tijd lang de fakkel overgenomen van de initiators te Antwerpen, en ook het luik van Luik was een interessant stem... maar ik geef to ik was niet meer al te nauw betrokken, en in feiten niet zeer kunstig bezig...en zeker niet professioneel... dus

Maar met de recente weerkomst naar Antwerpen was ik nog eens curieus en zag dat er weer leven in de brouwerij kwam... en deze sympathieke tentoonstelling 20 jaar Nicc is een hartverwarmend herinnering dat er toch veel kunstenaars zijn die meer als gewoon hun carrière willen bevorderen... De tentoonstelling op zich is ook een staaltje uniforme diversiteit – illustratie van de breed waaier aan soorten kunstenaars die door het Nicc samen een degelijk ernst te nemen lichaam vormen... het feit dat iedereen zich in het onpretentieuze formaat kon terug vinden is een bewijs dat geen een zich beter of boven de ander voelt, war in menig kring niet evident is... meer nog: eigenlijk raar. Het was een aangenaam genoegen om nog eens heel wat kunstvrienden te zien die zoals ik wat afzijdig zijn teruggetrokken, en misschien wel nog eens een reden om weer meer engagement aan de dag te leggen, om deze waardig zaak te steunen... als men deze jubeltentoonstelling even als verpozing neemt en terugblikt op de laatste 20 aar, uitgaand van een relatief spontane reactie op kunstsloperij, dan moet ik toch zeggen ‘chapeau’ – de verwezenlijkingen zijn niet niets, er is altijd nog werk aan de winkel, maar het Nicc toont ook dat er altijd krachten zijn die hun schouders aan het wiel willen zetten.